Binnenland - Toespraken - Denkbeeldige toespraak door een ingebeelde eerste minister voor een imaginair parlement

'Mijnheer de Voorzitter,
Geachte collega's, desalniettemin goede vrienden,
 
Vorig jaar heb ik aangekondigd dat wij ons op de rand van de afgrond bevonden. Sedertdien hebben wij een belangrijke stap voorwaarts gezet. De begroting, die de regering indient, is mooi in haar lelijkheid, zoals de meeste moderne kunstwerken. Zij vertoont een enorm zwart gat, een deficitaire krater, verborgen midden in een vulkaan, die op uitbarsten staat en met de lava van zijn fiscale druk het hele land zal verpletteren. Bovendien zullen ook grote gebieden van ons economisch landschap overstromen. Maar dit zal niet te wijten zijn aan de stijgende wassende wateren van Maas en Schelde, van Barak Friture tot aan Zichem-Zussen-Bolder, maar aan het wegzinken van ons land in een diepe dieperik.
Het feit dat ik thans de volle waarheid spreek, is niet te wijten aan een toevallige verstrooidheid van mijnentwege, zoals dit voorkomt bij al mijn collega's. Mijn omwentelende reconversie tot de waarheid stoelt op het syllogisme van Parmenides, als u begrijpt wie ik bedoel. Dit syllogisme luidt als volgt: alle politici zijn leugenaars; ik ben een politicus; dus ben ik een leugenaar. Derhalve lieg ik als ik zeg dat ik een leugenaar ben. Bijgevolg ben ik geen leugenaar en spreek ik de waarheid. Een politicus is dienvolgens een wezen dat de waarheid spreekt ook als het liegt.
Niet gehinderd door enig schuldcomplex voert de regering aldus voor het eerst in onze geschiedenis een echte waarheidspolitiek, met bloedstollende politieke doodsverachting. De waarheid is immers een uiterst gevaarlijk product. De waarheid is niet makkelijk verteerbaar en moet met mondjesmaat aan de bevolking worden toebedeeld. Veritasintoxicatie is erger dan dioxinevergiftiging en daaraan is reeds een premier ten onder gegaan. De waarheid is bovendien ook schaars en moet tussen de bevolking worden verdeeld en herverdeeld. Soms moet ze worden teruggenomen en aan andere rechthebbenden worden uitgedeeld. Onze zorg gaat in eerste instantie naar de minstbedeelden, de waarheidarmen, de leugenverslaafden, de fanaten van verzinsel en verdoezeling, de spindoctorale verkopers van gebakken lucht. Aan chronische leugenaars zal een algemene eenmalige amnestie worden verleend, mits een verklaring onder grondwettelijke meineed afgelegd. Ook zal het staatsblad, de enige krant die de echte waarheid afdrukt, opnieuw worden uitgegeven en gratis verspreid. De regering richt bovendien een Ministerie van de waarheid op, bemand door één volwaardig minister (die we nog steeds niet hebben gevonden want hij of zij moet leugenschoon zijn), die zal waken over de federale waarheid en drie staatssecretarissen, allen tenminste doctor in veritatieve groepstherapie, die respectievelijk de Vlaamse, Waalse en Brusselse waarheden zullen behartigen. Duizenden inspecteurs van de waarheid zullen worden aangeworven en gescreend door een leugendetector. Als ze de premier niet goed vinden is bewezen dat ze liegen.
Inmiddels blijft het een waarheid als een koe dat wie werkt als een paard bewijst dat hij een ezel is. Met deze stelregel zal de regering de werkloosheid oplossen. Ik voeg er aan toe dat we eindelijk de stier resoluut bij de horens moeten vatten en ophouden de koe bij de uier te grijpen, ten einde haar gesubsidieerde melk, bij voorkeur in het zwart, eurotisch af te slurpen. Zoniet komt eens de dag dat een groot 'zwarte-melk-schandaal' zal uitbreken en het land lactatiekoorts zal bezorgen, zodat alle BV's borstvoeders zullen worden.
De waarheid zal echter volledig aan het licht komen ter gelegenheid van de aanstaande olympische spelen in 21016. Aangezien Vlaanderen op dat ogenblik wel discuswerpers (uitgesproken als 'fiscuswerpers') maar geen zwemmers en Wallonië geen zwemmers maar wel steltenlopers zal hebben, zullen Belgische judoka-worstelaarsters, vlinderslag zwemmend, uitkomen tegen Russische zwemmers. De Belgen zijn gerust en de Russen zijn nu reeds gebelgd. De voorzitter van het Olympisch Comité stemt ermede in dat zilveren medailles zullen worden uitgereikt aan die Belgen die niet zullen verdronken zijn. Twee medailles zullen volstaan, want dit volk zal nooit vergaan. Dit zijn dan mijn laatste gevleugelde woorden'.
 
De eerste minister kreeg een oorverdovende, urenlange staande ovatie, die slechts werd beëindigd toen een lid van de Kamer een hand verloor.