Literatuur - Poëzie - Muziek

'An die Musik' is een van de mooiste liederen door Frans Schubert gecomponeerd en aldus als hulde aan de muziek gebracht door een van de meest geniale toondichters aller tijden. Ooit zei koning Leopold II: 'Muziek is niets anders dan lawaai, dat heel veel geld kost'. Deze uitspraak werd hem tot in zijn graf aangerekend als een uiting van cultureel barbarendom. Maar misschien krijgt de vorst nog gelijk in deze onze eeuw, tenminste als men verplicht wordt te luisteren naar de afgrijselijke geluiden en wanklanken, die durven op te stijgen uit sommige orkesten en 'bands'.

 

Wij gingen naar concerten in verwenste tijden,
toen melodie en harmonie nog klonken
en onze ongewatte oren niet moesten strijden
tegen het slagwerk en het heiend bonken,
van metalliek alaam en decibel verslindend
bralgehuil, geratel en barbaars gerinkel,
dat in je uitgewassen oren boort, ontbindend,
en je suf gedrilboord aan de dissonantenwinkel
ontwapend overlevert, tot op het krakend podium
van beat en rock en salsa, van soul en funk en reggae
een kettingzagend, ketelslagend pandemonium
wordt los geketend, dat het laatste biepje stilte,
een micro-flitsje lang, verjaagt, verbrijzelt, doodt.
 
En als de stilte wordt vernietigd, blijft slechts de kilte
van je hart waarvan je zelfs de slagen niet meer hoort.
'Is dit nu Mozart?' vroeg de jonge vrouw, verstoord.
'Wacht tot hij zich omkeert, en dan zul je het zien
of Amadeus dirigeert', zei de man van zeventien.
'Is dit de broer van Mozart?', vroeg de vrouw opnieuw.
'Neen, dat is hijzelf. Want Wolfgang is zijn broer
Ik weet niet hoeveel kinderen er bij de Mozarts zijn.
Wat ik weet is dat de negende van Beethoven
een flinke jongen was, ook al moet je het niet geloven'.
 
In slechte oude tijden, toen de vruchten trager rijpten
en niet alleen de noten werden murw gekraakt,
maar ook vertrouwde klanken strijkend rijpten
aan vreemdsoortige gewassen die 'violen' heten;
in die tijden waarin nog geweten was onder estheten
wie Guarneri, Stradivarius en Amati waren
en welke meesterwerken Bach en Brahms
Ravel, Vivaldi, Schubert wisten te bewaren,
en welk mysterie zich voltrekt als blijkt
dat trillingen, geluidsfrequenties, juist geijkt,
muziek verwekken die iets metafysisch heeft
en wat er omgaat in het gemoed als een snaartje beeft
of een orkest  je onderdompelt in een oceaan
van zinderende klankenzeeën, die een melomaan
van een bovenaardse ervaring doen genieten;
in die klassieke tijden voor elitaire deugnieten,
spoelden muzikale golven aan, crescendo en sforzando,
en klommen klankladders chromatisch impetuoso,
terwijl de melodieën contrapuntisch groeiden, grazioso,
en roulades vol met tertsen en octaven, maëstroso vigoroso,
elkaar glissando sostenuto en prestissimo,
verschalkten en verdrongen, appassionato en fortissimo
met rubato's en spiccato's vol scherzando's
tot uiteindelijk na de storm van de majestuoso's
de laatste rondotonen elegisch stierven op de kusten
van de stilte, waar zwijgen en geruisloosheid, furioso
aan elkaar verknocht, elkaar hartstochtelijk kusten.
 
Wie dit heeft meegemaakt is nooit meer als voordien.
Hij hoorde het lied van de aarde en de symfonieën
van de nieuwe werelden die ruisten in
de milde Moldau-middeltonen, vooraleer in
fis en fa en ut en do en re en mi weer uit te vloeien
in het zingen in de wilgen van de luiten
en in de moderato's van Tamino's toverfluiten.
'Er ist ein Prinz' zegt Papageno plechtig.
'Er is mehr als ein Prinz. Er ist ein Mensch'
zegt Sarastro, op zijn troon gezeten, machtig.
 
Tot ooit een keer verstrooid je oog eens valt
op de ontoelaatbaar mooie cellovioliste,
waarvan je slechts de voornaam giste,
haar blonde haren door de cellokam te zacht geaaid.
Haar lichaam is het instrument waarop de cello
speelt.  Zij trilt en zucht van passie amoroso,
terwijl haar ziel zo mateloos de jouwe aait.