Literatuur - Poëzie - Hittedood

De pers meldt dat het uitzonderlijk warme zomerweer een zegen is geweest voor de frisdrankproducenten. Zo verhoogde Coca-Cola zijn winst met 12% tot 1,3 miljard $. Maar terwijl er werd gedronken, werd er ook gestorven. Tijdens de hete zomermaanden overleden, vooral in Frankrijk, naar verluidt, twaalf duizend mensen, uitgeput door de hittegolf. Soms duurde het dagen vooraleer de dode lichamen werden gevonden van meestal oudere mensen die totaal vereenzaamd, zonder enige zorg  waren omgekomen.
Niet van de warmte zijn ze dood gegaan. Wel van een gebrek aan warmte. Die van mensen voor mensen. Een godgeklaagde schande.

 

Plots waart de hittedood over het land
dat, door de zon verzengd, verdampt.
 
De hittedood is geen serene dood,
die statig intreedt als een zachte witte dood.
De hittedood heeft lelijke gezichten
die ongenadig, gruwend zwichten.
Bij duizenden zijn zij gestorven,
vuil zwetend in hun klamme bedden,
van God en mens verlaten en bestorven,
nog snakkend maar niet meer te redden.
Zij sidderden als vissen op het droge;
gerimpeld was hun vel, verglaasd hun ogen.
 
Wat was hun misdaad, tenzij oud van dagen zijn?
Werden zij gedood door een te felle zonneschijn?
Of werden zij vermoord door eenzaamheid,
door de absolute koude van verlatenheid,
bij maximale Celsius of Fahrenheit?
 
Welke mens, familielid, bedaagde vriend of kind
zal ooit vertellen welke laatste glimp
kon worden opgevangen vooraleer hun blikken braken,
als bleek dat allen op het laatste appel ontbraken?
 
Zij waren vaders, moeders,
die maar niet begrepen
hoezeer zij leefden in een land,
waar niet langer lieve zonen,
noch verknochte dochters wonen.
 
Niet van de hitte zijn ze dood gegaan,
maar van te weinig warmte
zijn ze stiekem stom kapot gegaan.