Literatuur - Boeken - Mijn Levens

9789020980905

"Mijn levens. Een reis in de tijd." (Lannoo)

EYSKENS VEERTIGSTE BOEK

Nooit zijn we van nergens. Steeds zijn we van ergens, toen en daar. Slingerend aan een ankertje uitgeworpen in een mateloos onmetelijk heelal. Mijn eerste stek staat er nog steeds. Het was mijn geboortehuis op de hoek van de Geldenaakse Vest en de Regastraat te Leuven. Het was een tuinloos huis, zeer tot mijn retroactieve spijt. Want vandaag drie kwart eeuwen later begint mijn vaderland in mijn tuin. Daar  heb ik voeten in de aarde en ruik ik moeder aarde, begerig en bedwelmend. Soms dampt ze van het zweet van dauw en rijm. En is ze glanzend van de regenplassen als de regen pletst op haar te duistere huid. En ik mijn handen kan wassen in haar schoot. Maar niet in onschuld en in lichtheid. Want wie zijn klein stukje aarde heeft bemind, die heeft geflirt met dood en broosheid En heeft geluisterd naar het dof geluid van de schop die eens de grafkuil delven zal. De aarde is niet alleen vruchtbaar. Ze kan ook schrokkerig zijn, verraderlijk, meedogenloos. Vooral als zij tot zand verwordt en in de loper van de tijd de korrels telt van nul tot uitgeteld. Behoort de mens aan de aarde of de aarde aan de mens? Slechts Janus kan hierop antwoorden. De waarheid is tweevoudig, tegengesteld en toch optelbaar, zo leert de moderne kwantumfysica.
Ik ben geboren in een smal hoekhuis waar mijn ouders zich hadden genesteld tijdens hun eerste huwelijksjaren. In 1933 toen ik er het levenslicht zag, nauwelijks drie maanden nadat Adolf Hitler de macht had gegrepen in zijn onzalig vaderland, lag het huis langs de Leuvense vest vandaag de stadsring -  schuin tegenover een grote Philipsfabriek, in die tijd een monument van moderne industriële bouwkunst. Vandaag is de fabriek gesloten, verkocht aan de stad, omgebouwd tot de zogenaamde Philipssite, een grote administratieve wijk waar stadsdiensten, overheidsadministraties en ook een schitterend sportcentrum zijn ondergebracht. De wereld is grondig veranderd, zoals de mensen en hun steden en dorpen. Mijn vaderland is in al die jaren erg veelzijdig geworden. Het is veel van zijn grenzen verloren. Mensen hebben soms grenzen; landen steeds minder. De aardrijkskunde van mijn land is ouderwets. Voor mijn kinderen is het reeds virtueel. Het is een werelddorp zonder marktplein en nauwelijks straten. Soms is het ook een droomland, als geschilderd op een surrealistisch doek, bewoond door een volk dat steeds meer een bevolking wordt. De werkelijkheid is nooit een droom maar het gebeurt wel eens dat een droom werkelijkheid wordt. Mijn kleinkinderen houden van een grenzeloos land dat eindelijk een land zou zijn om te beminnen, een land dat een wij-land zou geworden zijn, een vader- en moederland niet enkel van vrijheid en rechtvaardigheid maar ook van wijsheid, waar iedereen voor iedereen iemand zou zijn of worden. Een land vol wij-gevoel.
Geboren worden is vandaag een heel andere gebeurtenis en belevenis dan toen. Ervaringsdeskundigen die het allemaal hebben meegemaakt leren ons dat het leven een dodelijke ziekte is. En grote cynici voegen er aan toe dat het leven bovendien een seksueel overdraagbare en fatale aandoening is. Onlangs werd mij een zevende kleinkind geboren, dankzij de niet aflatende initiatieven van een van mijn dochters en schoonzonen. Mijn vrouw en ik waren zeer verheugd en gingen naar het ziekenhuis om het kleine wicht te bezoeken. Vrienden waren ons reeds vooraf gegaan met de mededeling dat de boreling sprekend op zijn moeder en stilzwijgend op zijn vader leek. Toen wij toekwamen werd de pasgeborene in een wieltjeswiegje door een overigens charmante verpleegster in de kamer binnen gerold. Onmiddellijk viel het mij op dat aan het voeteneinde van het wiegje een plaatje was bevestigd met daarop, naast een paar  medische gegevens zoals gewicht, lengte en lichaamstemperatuur, in grote hoofdletters vermeld: BV. Toen ik enigszins nukkig tegen de verpleegster zei dat ik deze snelle bevordering van mijn kleinzoontje tot Vlaamse Bekendheid wat voorbarig vond, antwoordde ze mij met enige neerbuigendheid: Weet U wel wat BV betekent, meneer? Ja natuurlijk, repliceerde ik, dat betekent Bekende Vlaming. U is helemaal fout, sneerde de verpleegkundige. Hier in het ziekenhuis betekent BV: borstvoeding. Toen drong het tot me door dat er in Vlaanderen ongetwijfeld meer borstvoedsters zijn dan bekende Vlamingen, een geruststellende gedachte. Het hele gebeuren herinnerde mij aan mijn eigen geboorte, ergens in de eerste helft van de 20e eeuw, toen moeders nog thuis plachten te bevallen. Ik ben geboren in het ouderlijke salon op een mahoniehouten tafel, die mijn moeder de dag voordien nog grondig had geboenwast. Toen het cruciale moment was aangebroken en mijn vader in allerijl een vroedvrouw had laten aanrukken, werd op het glimmende tafelblad een exemplaar open geplooid van de belangrijkste kwaliteitskrant uit de lage landen. Ik ben geboren op een hoofdartikel geschreven door een in die dagen zeer invloedrijk politiek redacteur, wiens commentaren door de politici gretig werden gelezen omdat zij er in vernamen wat zij werkelijk dachten of behoorden te denken. Op mijn geboortedag handelde het artikel over de absolute noodzaak in België een alomvattende, grondige staatshervorming door te voeren. Na bijna 80 jaar heeft dit artikel niets van zijn brandende actualiteit verloren. Hieruit blijkt andermaal hoe nuttig het is totaal onhaalbare eisen te stellen, want die blijven zeer lange tijd bruikbaar en waarborgen de werkzekerheid over de generaties heen van talloze politici, mediamensen en schrijvende journalisten. Mijn geboorte verliep melodramatisch en tragikomisch. De vroedvrouw probeerde mij eerst op de wereld te brengen door aan mijn hoofdje te rukken. Ik voel nog haar ruige handen op mijn kaal schedeltje drukken, op dezelfde manier als waarop ik vandaag bij de haarkapper word gefolterd als ik hem vraag mijn laatste twee haren een wasbeurt te geven. De vroedvrouw had een spreidstand ingenomen voor de tafel. In de politiek heet dit vandaag een spagaat, een atletische houding waarbij twee stijve benen in een positie worden gebracht die het mogelijk maakt haakse communautaire tegenstellingen op te tellen met de mededeling dat iedereen gelijk heeft gekregen, ook al had iedereen ongelijk. De verloskundige dame, in mijn geval ten einde raad, diepte uit haar gereedschapstas de beruchte verlostang van Palfijn een dubbellepelig instrument -  te voorschijn en plaatste die op mijn reeds blauw uitgeslagen hoofdje, waarna ze de tang begon dicht te knijpen. Vreselijke pijnscheuten sneden door mijn hersenpan en ik zag mij reeds met een geblutst kopje en half geboren genoopt aan het aardse leven vaarwel te moeten zeggen om te gaan verblijven in het zogenaamde voorgeborchte des hemels, een soort opvangcentrum voor paradijselijke asielzoekers inmiddels om onbegrijpelijke redenen door zijne heiligheid de paus afgeschaft. Toen gaf de vroedvrouw plots een energieke draai aan de tang van Palfijn. Ik dacht een ogenblik dat ze mijn nek brak gelukkig toen reeds voldoende dik en dat mijn hoofdje eraf werd gerukt, zodat het herleid werd tot een bekende Leuvense lekkernij, geperste kop genaamd. Maar niets van dit alles. Ik gleed, schreeuwend van de pret, als een benjispringer bengelend aan mijn navelstreng, uit de baarmoederlijke geborgenheid en landde veilig op aarde. Ik voelde mij als een kosmonaut die van een andere planeet, wellicht uit een ander universum, was neergedaald op onze enig blauwe aardplaneet. Sedertdien heb ik van mijn sprong in het leven nog geen minuut spijt  gehad.